Openluchtmuseum/themapark De Spitkeet
HARKEMA Friesland, 19e eeuw. Hoogtijdagen voor de veenafgravingen,
maar armoede alom voor de trekarbeiders. Deze arbeiders reisden mee met het werk;
steeds verder het veengebied in.
Spitkeet
Veel geld voor onderkomen was er niet. Daarom bouwden ze eenvoudige plaggenhutten
met een dak van riet en zoden, spitketen genaamd. Het woord is afgeleid van het
heidespitten en de huisjes werden gebouwd van stukken grond met heidewortels.
Meestal was er maar één vertrek, waarin dan ook nog een geitenstal
zat.
Het was een zware tijd. Vaak waren de spitketen een lustoord voor ongedierte.
Het tochtte er behoorlijk en veel veenarbeiders overleden op jonge leeftijd aan
opgelopen kwalen. De weerstand van de mensen was niet goed, vooral door het harde
werk en de slechte voeding en huisvesting. De gemiddelde levensduur in de 19e
eeuw was ongeveer 50 jaar. Die van Landarbeiders (dus ook veenarbeiders) en ongeschoolden
echter was slechts 32 jaar.
Spitketen waren snel gebouwde, lage optrekken van aan elkaar getimmerde planken.
Met wat geluk stond er een kachel in, anders had je een open vuur om s avonds
het eten (aardappelen met hoogstens wat vet) te koken en de kleren te drogen.
De hut op het park is een nabootsing van die van Tsjerk van der Veen dat tot 1920
daadwerkelijk als huisvesting heeft gediend.
Armenkerkhof
De nagebouwde plaggenhut in het themapark staat op het voormalig armenkerkhof
van Harkema waar veel slachtoffers van de Spaanse griep begraven liggen. Er zijn
tussen 1870 en 1920 zo'n 200 mensen (waaronder 100 kinderen) begraven.
Wâldhuske
In het Wâldhuske (woudhuisje) woonden de mensen die het zich enigszins
konden veroorloven om onder een dak te wonen. een Wâldhuske was een stenen
huis met een rieten dak. De verdeling van het huis was een kamer en een achterhuis
voor het vee, werk of opslag.
De woonkamer was eenvoudig en functioneel ingericht. Een tafel met stoelen, een
kachel, een kast, een bedstee, een zelf geborduurd schilderijtje. Zelfs nu nog
ruik je in deze huisjes de geur van vroeger. Petroleum, hout, turf...
alsof je als kind bij je grootouders logeert.
Woningwetwoning
Vanaf 1909 werden er voor de Spitkeetbewoners zogeheten woningwetwoningen
gebouwd. Deze woningen werden gebouwd in de vorm van een Wâldhuske, ze waren
alleen iets groter en hadden een pannendak. Voor de heidebewonders waren deze
woningen een waar paleis! Dit was men niet gewend. Ruimte om te leven en te werken.
Ook hiervan staat een nagebouwd exemplaar op het terrein van het park.
Alle huisjes in het park zijn ingericht met spullen die er vroeger in stonden
en zijn van binnen en buiten helemaal te bezichtigen.
Oude gereedschappen en kleding
In het park kom je overal de gereedschappen en werktuigen tegen die men
in die tijd voor hun werk gebruikte. Ook vind je er een aantal originele gedragen
kledingstukken. Aan deze gereedschappen en kledij is goed af te lezen hoe men
er in die tijd financieel aan toe was.
Laat je meevoeren naar eind 19e/begin 20e eeuw en ervaar in welke omstandigheden
de armere Friezen woonden. Ervaar hoe men leefde en werkte, hard werkte. Maar
toch... hier en daar proef je ook sprankjes geluk in de eenvoud van het leven.
Met dank aan: André de Jong, Freerk Seinstra, Nadia Nicolai en Susanne
Roorda (Noordelijke Hogeschool Leeuwarden). Foto's: Richard W. Schaap |